Ondanks de teleurstelling na het uitstel van de Olympische Spelen van 2020 in Tokio, gaan sommige grote sportevenementen over de hele wereld gewoon door. Gelukkig konden de fans van baanwielrennen het Britse team in november in Plovdiv, Bulgarije, opnieuw naar de overwinning zien stuiven.
Zoals voor alle teamsporten waren de kampioenschappen van 2020 een afgeslankte aangelegenheid, omdat veel prominente atleten dit jaar afzagen van deelname vanwege de aanhoudende coronapandemie. Maar dat weerhield het Britse team er niet van om opnieuw de ranglijst aan te voeren en met een indrukwekkende 11 medailles (waaronder 6 gouden) naar huis te gaan. Nu onze reputatie op het gebied van baanwielrennen steeds sterker wordt, moeten we bedenken hoe we aan de top van het klassement kunnen blijven.
Sinds het eerste wereldkampioenschap baanwielrennen in 1893 heeft de sport een lange weg afgelegd. Renners zijn fitter, slanker, sterker en beter voorbereid dan ooit. Ze trainen niet alleen op de fiets, maar werken ook hard achter de schermen om hun spiermassa te vergroten, lichaamsvet te verliezen en hun voeding te optimaliseren, allemaal om dat kleine voordeel op hun concurrenten te behalen. Maar baanwielrennen draait niet alleen om de renners.
In 2008 werd de Olympische overwinning van het Britse team met 7 medailles toegeschreven aan innovatie en verbeteringen in de fietstechnologie. Deze gingen van de “huidpakken” van de renners tot helmen, “hot pants” (die de spieren van de renners letterlijk warm houden tijdens de korte periode tussen de warming-up en het evenement zelf) en alle aspecten van de frames en banden van de fietsen. Het Britse team gebruikte een techniek die bekend staat als computational fluid dynamics (CFD) om de luchtstroom te modelleren, waarbij minimale ontwerpaanpassingen werden gemaakt om te zien hoe die de aerodynamica van een fiets beïnvloeden. Zadels werden aangepast om het risico op letsel bij de fietser te minimaliseren (iets dat, geloof het of niet, vroeger vrij vaak voorkwam dankzij de G-krachten die in de velodroom werden ervaren); cranks (waarmee de pedalen aan de wielen zijn bevestigd) werden hol en het massieve achterwiel werd verfijnd.
Het Britse team won nog eens 7 van de 10 beschikbare gouden medailles in Londen in 2012, domineerde de Spelen van 2016 in Rio en behoudt nog steeds met trots de wereldrecords in veel van de verschillende disciplines van het baanwielrennen.
“Dus moeten we ons afvragen: wat valt er nog te verbeteren?”
Wat is er nieuw in de fietstechnologie?
In 2019 lanceerde British Cycling de nieuwe ‘Hope/Lotus’-fiets (ook bekend als de ‘Marmite-fiets’ vanwege de extreme reacties die hij opriep binnen de sport), die werd geprezen als een “mijlpaal in de evolutie van fietsen”, met als doel die voorsprong nog verder te vergroten. De Hope/Lotus is ontworpen door de besten en slimsten van British Cycling – werkend binnen de zeer strikte ontwerpparameters van de UCI – die enkele van de meest succesvolle baanfietsen tot nu toe voor het Britse team hebben geproduceerd.
Het ontwerp is onconventioneel, met 8 cm brede vorken en staande achtervorken, maar men schat dat het rijders een snelheidsvoordeel van 2-3% op het circuit oplevert. Behoorlijk indrukwekkend.
Tony Purnell, directeur technologie van British Cycling, zei: “We weten dat het op dit moment qua fietsontwerp erg moeilijk zal zijn om tastbare prestatiewinst te boeken… maar iets dat opvallend anders is, zou heel goed kunnen aanslaan omdat er veel psychologische oorlogen gaande zijn.”
Baanwielrennen heeft zich overgegeven aan technologisch onderzoek en ontwikkeling, om gelijke tred te houden met de innovaties en verbeteringen die modern design en rekenkracht ons hebben helpen ontdekken. Computationeel fietsontwerp heeft de afgelopen jaren een groot aantal verbeteringen en aanpassingen mogelijk gemaakt, van 3D-geprint titanium tot schijfwielen van koolstofvezel.
Moderne baanfietsen zijn al extreem aerodynamisch, dus moeten we ons afvragen: wat valt er nog te verbeteren? Hoeveel sneller kunnen baanwielrenners echt worden en nog belangrijker, hoe kunnen ze dat bereiken?
Het gaat allemaal om de ketting…
Een van de gebieden die tot dusver weinig of geen aandacht heeft gekregen van ingenieurs is de ketting. Fietskettingen worden al meer dan 100 jaar ontworpen volgens het principe van de rollenketting (hoewel het oorspronkelijke idee naar verluidt geïnspireerd was op 16e-eeuwse schetsen van Leonardo da Vinci). Er is niets mis met dit ontwerp: de rollenketting is duurzaam, efficiënt en brengt het vermogen effectief over. Maar dat betekent niet dat het niet kan worden verbeterd. En in de wereld van het baanwielrennen, waar verbeteringen van 1 procent het verschil kunnen maken tussen overwinning en nederlaag, zijn deze kleine verbeteringen waardevoller dan waar ook.
Bij een traditionele rollenketting wordt het vermogen op één kant van de tand overgebracht, in een proces dat bekend staat als single engagement, ofwel met een enkel aangrijppunt. Wat fietskettingen betreft betekent dit dat tot 60% van het vermogen in de ketting wordt overgedragen op een enkele tand op een willekeurig drukpunt. In de wereld van het baanwielrennen betekent dat een aanzienlijk verlies aan efficiëntie.
Ons nieuwe DUAL ENGAGEMENT™ systeem – een herontwerp van de traditionele rollenketting – gebruikt beide zijden van de tand als aangrijppunt om de kracht over te brengen. Dit biedt verschillende voordelen ten opzichte van een traditioneel systeem met één schakel, zoals:
● Hoogste efficiëntieniveau ooit
● 4x langere levensduur van het systeem
● 25 x meer koppeloverdracht
● 30% verlaging van de piekspanningen, waardoor lichtere materialen kunnen worden gebruikt
Dit revolutionaire nieuwe aangrijpmechanisme is waar de wereld van het baanwielrennen op heeft gewacht.
De beste ingenieurs van de fietsindustrie brengen voortdurend verbeteringen aan in het ontwerp en de fabricage van frames, waarbij geavanceerde materialen op nieuwe en innovatieve manieren worden gebruikt. Kleding is aerodynamischer dan ooit en atleten werken harder dan ooit aan hun conditie. Laten we niet stoppen met innoveren, maar in plaats daarvan nadenken over de manier waarop deze dubbele aangrijping onze bestaande voorsprong in de velodroom net dat beetje verder kan brengen.